Jaap van Mesdag
Geboren: Fribourg (Zwitserland), 4 januari 1922
Jaap studeerde medicijnen toen hij een poging deed om met zijn vriend Ernst Sillem per kano naar Engeland te varen om zich daar aan te sluiten bij de Nederlandse strijdkrachten. Hij werd op zee opgepakt op 31 augustus 1942.
Gevangenissen en kampen
- Hoofdkwartier Sicherheitsdienst Rotterdam (31 augustus 1942),
- Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort (september 1942),
- Concentratiekamp Vught (17 januari 1943),
- Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort (26 juni 1943),
- Concentratiekamp Natzweiler-Struthof (10 juli 1943),
- Concentratiekamp Dachau (22 september 1944).
- In Dachau bevrijd.
Dachau-nummer: 110869
Kamporkest
Jaap wist in gevangenschap zijn trompet bij zich te houden. Het lukte hem om in kamp Natzweiler in het kamporkest te komen, hoewel hij geen noten kon lezen. Kamporkesten waren statussymbolen voor kampcommandanten. Vaak speelden ze ’s ochtends bij het vertrek van de gevangenen naar het werk en bij terugkomst in de avond. Dat was voor veel gevangenen een moment waarop ze de ellende even konden vergeten.
In de voering van de koffer naaide Jaap na de oorlog de rode driehoek die hij als politieke gevangene droeg in het kamp.
In de voering van de koffer naaide Jaap na de oorlog de rode driehoek die hij als politieke gevangene droeg in het kamp.
Extra eten
De voedselrantsoenen in Natzweiler waren veel te klein en Jaap hoopte dat hij als kamptrompettist extra eten kon krijgen. Maar één keer kreeg hij een extra pannetje soep. Hij deelde het met vier andere gevangenen.
Jazz-, swing- en dansmuziek
Ook in Dachau weet Jaap in het kamporkest te komen. In zijn barak speelde hij stiekem jazz-, swing- en dansmuziek met een medegevangene die een trombone had. Het gaf afleiding in het overvolle kamp, waar die laatste maanden van de oorlog veel gevangenen stierven door een vlektyfusepidemie.
Trompetkoffer
Jaap behoorde tot de groep ‘Nacht und Nebel’-gevangenen, die als straf voor hun verzetsdaden ‘in nacht en nevel’ moesten verdwijnen. Zij mochten geen contact hebben met de buitenwereld en geen pakketten met levensmiddelen ontvangen. Fransen, Noren en Luxemburgers in kamp Natzweiler mochten dat wel. Jaap verzamelde etiketten van hun etenswaren en plakte die op zijn trompetkoffer. Dat leidde hem een beetje af van de honger. Op de koffer plakte hij ook plaatjes van vliegtuigonderdelen waarmee hij in Natzweiler moest werken.