Ga direct naar de hoofdnavigatie Ga naar de hoofdinhoud Ga direct naar de hoofdnavigatie Ga direct naar zoeken

Jan Johannes Geertsema

Amsterdam Politiek 69040

Geboren

23 feb. 1901
Groningen

Aankomst

26 mei 1944
Dachau

Bevrijd

Dachau
29 apr. 1945

Aanvullingen

Nanda Geuzebroek op 6 nov. 2017
Jan Johannes Geertsema (1901-1974) Jan Johannes Geertsema werd op 6 mei 1942 thuis gearresteerd door 5 agenten van het bureau inlichtingen dienst in de Nieuwe Doelenstraat. Zij werkten direct voor de SD. Een van die 5 politiemensen was hoofdinspecteur Abraham Harrebommée, die na de oorlog ter dood veroordeeld is voor zijn oorlogsmisdaden en van wie het vonnis ook is voltrokken. Reden waarom Geertsema door zo’n grote ploeg waaronder een hoofdcommissaris van huis werd gehaald, was dat hij politieagent was. Geertsema werkte als hondenbegeleider op het politiebureau in de Spaarndammerstraat. Douwe Bakker was samen met Harrebommée de hoofdverantwoordelijke van Bureau Nieuwe Doelenstraat. Beiden waren fanatieke NSB’er, zoals iedereen die daar werkte. Douwe Bakker hield een dagboek bij waarin hij nauwgezet verslag deed van alles wat hij meemaakte. Niet alleen zijn werkzaamheden, de weersomstandigheden, de stemming op het bureau, zijn successen en frustraties maar ook de vorderingen van het Duitse leger werden nauwgezet bijgehouden. Op 5 mei bezoekt Bakker de hoofdcommissaris van politie, die thuis is gekomen uit het ziekenhuis. Hij legt hem het geval Jan Geertsema voor en vraagt hem toestemming om Geertsema aan te houden. Geertsema wordt verdacht van het verzamelen van blik om handgranaten van te maken. Er zijn al een aantal mensen opgepakt in deze zaak en waarschijnlijk is Geertsema’s naam boven komen drijven doordat een van hen dankzij de hardhandige ondervragingsmethode van de NSB-agenten namen is gaan noemen. De volgende dag, op 6 mei 1942, wordt Geertsema opgepakt. Hij wordt eerst op de Nieuwe Doelenstraat verhoord en daarna met medeverdachten naar de Weteringschans gebracht. Daar wordt hij ondervraagd door de Duitse SD’er Döring. Aanvankelijk lijkt het erop dat Geertsema weer vrij zal komen, maar dan komt er een bericht door van een andere politieagent dat Geertsema ook betrokken is bij het smokkelen van mensen. Dan kan Geertsema het vergeten. Hij blijft tot 3 november in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans, samen met nog anderen die bij deze zaak zijn betrokken. Op 3 november worden zij naar kamp Amersfoort gebracht. Een van zijn medegevangenen wordt op 30 november naar Neuengamme overgebracht waar hij eind april 1943 overleden is. Geertsema en een andere medegevangene, Willem Pedersen, worden bij het opheffen van kamp Amersfoort op 13 januari 1943 naar kamp Vugt gebracht. Pedersen overlijdt daar op 30 januari. Geertsema verblijft 16 maanden in kamp Vught en wordt dan – op 24 mei 1944- naar het Arbeitslager Allach, kamp Dachau, overgebracht. Op 30 april 1945 wordt hij daar door de Amerikanen bevrijd. Verzetwerkzaamheden Geertsema ging al vrij snel na het uitbreken van de oorlog in het verzet. Hij was lid van het Legioen van Oud-Frontstrijders' (LOF), en kwam zodoende in 1941, toen dat met de OD fuseerde onder de paraplu van de OD te werken. Hij werkte in Amsterdam-West, waar hij ook woonde. Ongetwijfeld zal zijn gereformeerde geloof een drijfveer zijn geweest bij de beslissing in het verzet te gaan. Hij werkte onder Kapitein Bontekoe, die 13 januari in Sachsenhausen is omgekomen en onder Hendrik G. Egthuizen, die het verzet in West coördineerde en ook in een concentratiekamp terecht is gekomen, maar dat wel overleefd heeft. Jan Johannes Geertsema hield zich voor de OD bezig met het verzamelen van wapens en voedsel. Hij heeft ontelbare transporten uitgevoerd, waarbij hij honderden handgranaten, duizenden revolverpatronen en vele kilo’s trotyl vervoerd heeft van de Hembrug, waar een wapenfabriek gevestigd was, naar de Houthaven te Amsterdam. Verder heeft hij spionagegegevens doorgespeeld aan de onderofficier-marconist A. M. Michels, die vanwege die bezigheden in het Oranjehotel te Scheveningen terecht kwam en op 11 mei 1942 - 5 dagen nadat Geertseman opgepakt was- is gefusilleerd in Sachsenhausen. Het waren waarschijnlijk deze spionageactiviteiten van Geertsema die later verklikt werden door een mede-agent, waardoor zijn vrijlating niet doorging. Ze waren kennelijk bedoeld om verzetsmensen naar Engeland te smokkelen. Andere verzetsmensen met wie Geertsema heeft samengewerkt waren Tjerk van der Ploeg en Jan Faber, allen woonachtig in Amsterdam-West. Geertsema probeerde ook andere agenten mee te krijgen in het verzet. Buren en kerkgenoten werden gevraagd blik te verzamelen. Na de oorlog Geertsema is teruggekeerd naar Amsterdam, naar vrouw en zoon. Hij heeft na terugkomst veel moeite gedaan om de schuldigen aan het verraad van hem en anderen veroordeeld te krijgen. Mede op grond van zijn getuigenis zijn die veroordeeld tot 6 en 10 jaar. Bronnen: CABR, archief Binnenlandse Strijdkrachten, archieftoegang 2.13.137, inv.nr. 2520 Afbeeldingen: Dagboeken van Douwe Bakker (NIOD)

Uw aanvulling

Email en telefoonnummer zullen niet openbaar worden gemaakt. Als er mensen zijn die met u in contact willen komen naar aanleiding van uw aanvulling dan kan het Verzetsmuseum u daarvan op de hoogte stellen. U bepaalt zelf of u daarop in wilt gaan.

*
Het Verzetsmuseum wil benadrukken dat opname in het digitaal monument geen eerbetoon inhoudt. De doelstelling van het monument is om een zo compleet mogelijke lijst samen te stellen van alle Nederlanders die in Dachau gevangen hebben gezeten. De genoemde bevrijdingsdatum en -plaats zijn gebaseerd op de naoorlogse kampadministratie. De werkelijke plaats en datum kunnen hiervan afwijken. ´Vrijgelaten´ betekende uitschrijving uit het concentratiekamp. Soms mocht de persoon naar huis. Maar meestal volgde arbeidsinzet in Duitsland en soms overbrenging naar een gevangenis.
Verzetsmuseum Amsterdam behoudt zich het recht voor uw aanvulling te redigeren.