BB
opMathijs de Heer woont bij het uitbreken van de oorlog aan de Sweelinckstraat 34 te Vlaardingen met zijn echtgenote Teuntje. Ze hebben samen twee kinderen en hij werkt als metselaar. Mathijs de Heer raakt betrokken bij de verzetsgroep de Geuzen en als de bezetter begin 1941 een gedeelte van de verzetsgroep op weet te rollen komen deze verzetsmensen in het Oranjehotel vast te zitten in Scheveningen. Er wordt een proces tegen de Geuzen begonnen door de Duitsers, en als op 24 februari 1941 het proces tegen de kopstukken van de Geuzen begint, worden op deze dag nog eens 42 mensen opgepakt vanwege mogelijke betrokkenheid bij de verzetsgroep. Onder hen is ook Mathijs de Heer. Hij wordt opgesloten in het Oranjehotel en daarna gevangen gezet in Schoorl (gev.nr. 7046). Daarna volgt transport naar K.L.Buchenwald waar hij op 9-4-1941 aan komt en wordt geregistreerd onder nummer 5286. Na een gevangenschap van ruim een half jaar hij doorgevoerd naar K.L. Dachau waar hij op 30-10-1942 arriveerde en wordt geregistreerd onder nummer 37992. Daar maakt Mathijs de Heer de bevrijding mee op 29-4-1945 als hij te werk is gesteld in Aussenkommando Ottobrunn.