Ga direct naar de hoofdnavigatie Ga naar de hoofdinhoud Ga direct naar de hoofdnavigatie Ga direct naar zoeken

Verstopt bij de dieren

Onderduiker als buurman

'Ik ben Japie. In 1936 was ik de eerste gorilla in Amsterdam. In 1942 kwam er naast mij, in het hok van de chimpansee, een onderduiker wonen; een verzetsman die zich moest verstoppen. Ik kon naar hem kijken door een gaatje in de wand. In die tijd begonnen de Duitsers ook Joden op te pakken. Bij een razzia vluchtten sommigen naar Artis waar ze zich verstopten in de apenrots. De oppasser legde daar snel - over het water - een loopplank naar toe. Ze bleven er tot het gevaar was geweken. De Duitsers hadden niks door, omdat de oppasser de loopplank had weggehaald.'

Gorilla Japie op de weegschaal.

150 tot 300 onderduikers

Enkele Joodse onderduikers verbleven langer in Artis. Ook niet-Joodse jonge mannen doken er onder. Zij kregen in 1943 allemaal een oproep om in Duitsland te werken (arbeidsinzet). Veel Artismedewerkers kregen nog uitstel van de Duitsers. Ze waren volgens de directeur onmisbaar. Uiteindelijk moest een aantal medewerkers toch naar Duitsland. Ze doken ook onder in Artis. Overdag werkten ze vaak gewoon in de tuin. Als er Duitsers waren verstopten ze zich. ’s Nachts sliepen ze op de hooizolder boven de roofdierengalerij, in het nachtverblijf van de ijsberen of achter de ronde volière. Men schat dat er 150 tot 300 onderduikers zijn geweest. Er is nooit iemand gepakt.

Struisvogelei eten

'De Oppasser' van Arie Teeuwisse,
bij het kamelenveld in Artis.

'Eerst sliep ik in het atelier van mijn leermeester Jaap Kaas, die was ondergedoken in Rotterdam. Later verhuisde ik naar het nachthok van de ijsbeer. Daar sliep ik meestal met een man of drie, vier op houten schotten met stro. De hele dag stonden er suikerbieten op een kacheltje te koken. Dan aten we ’s avonds de stroop op brood. Ik herinner me dat we ook eens struisvogelei hebben gegeten en taai vlees van een oude karbouw die was doodgegaan aan een longontsteking.'
Beeldhouwer Arie Teeuwisse, ondergedoken in Artis omdat hij in Duitsland moest werken.

Arie Teeuwisse op olifant Kiri, 1940.

Boven de roofdieren

Cor Wiers met Orang-Oetan    

'Natuurlijk kreeg ik, net als de anderen, oproepen om in Duitsland te werken, maar het lukte Sunier steeds opnieuw om voor een Ausweis te zorgen. Er waren ik weet niet hoeveel oppassers onmisbaar. Maar in de loop van 1943 moesten we toch onderduiken. Ik zat met een man of twintig boven de roofdieren. Daar hadden we van balen hooi een heel huis gemaakt waar we eindeloos hebben gekaart.'
Leeuwenoppasser Cor Wiers, ondergedoken in Artis omdat hij in Duitsland moest werken.

Onderduikers op de zolder van de roofdierengalerij, 1941.

Tussen de kakkerlakken

'Ik sliep in het hok van de chimpansee. Het barstte er van de kakkerlakken. Ze liepen over me heen en hebben zelfs een stuk van mijn wenkbrauw opgevreten. In de kooi ernaast zat de gorilla Japie. Japie zat me de hele tijd door een gaatje in de wand te beloeren. Je dacht redelijk veilig te zitten maar die aap verlinkte eigenlijk alles.'
Verzetsman Henk Blonk, ondergedoken in Artis omdat hij door de Duitse politie werd gezocht.

Dol op de kinderboerderij

'Ik was vanaf november 1942 ondergedoken bij een echtpaar in de Plantage Middenlaan. Ik ging zo vaak naar Artis dat de bewakers me kenden en op de kameel lieten rijden. Artis was het enige lichtpuntje in mijn leven. Ik was vooral dol op de kinderboerderij, waar ik de dieren in mijn armen kon nemen'. 
Francisca Verdoner, als Joods meisje ondergedoken vlak bij Artis.

Francisca met geitje in haar armen.

 

Meer artikelen uit dit dossier

Er is veel meer te vertellen over dit onderwerp. Lees snel verder op onderstaande pagina's.